In de natuur komen ongeveer vijfhonderd aminozuren voor. Twintig hiervan zijn aminozuren die als bouwstenen dienen voor eiwitten in het menselijk lichaam, deze worden aangeduid met de term ‘fundamentele aminozuren’. Deze fundamentele aminozuren kunnen weer onderverdeeld worden in de categorieën ‘essentieel’, ‘semi-essentieel’ en ‘niet-essentieel’. L-arginine hoort bij de zogenaamde semi-essentiële aminozuren, wat wil zeggen dat het lichaam deze deels zelf kan aanmaken en om te kunnen voorzien in de dagelijkse behoefte deels afhankelijk is van de voeding. Volwassenen kunnen arginine zelf maken uit de aminozuren ornithine, glutamine, glutamaat en proline; desondanks draagt de hoeveelheid arginine in voeding aanzienlijk bij aan de totale argininevoorziening. Voor kinderen en jongeren is arginine een essentieel aminozuur omdat de biosynthese nog te laag is.